Rond 1899 kwam op initiatief van de Hessische Groot Hertog Ernst-Ludwig, de Kunstenaarskolonie op de Mathildenhöhe in Darmstadt tot stand.
Het was zijn streven om daar de nieuwe kunst een kans te geven zich te ontwikkelen, zodat het bij kon dragen tot de welvaart van zijn streek.
In nauwe samenwerking met de architect Joseph Maria Olbrich, die in Wenen al zijn sporen verdiend had met het sezessionsgebouw, onstond er voor de deelnemende kunstenaars een aantal opmerkelijk vorm gegeven huizen, die het doorgaans "zware" van de Duitse architectuur missen. Later liet Peter Behrens er nog een eigen woonhuis naar eigen ontwerp bij bouwen. Van de huizen hebben er een aantal de oorlog niet doorstaan of zijn niet meer in oorspronkelijke staat. Toch zijn er nog een zestal huizen, waaronder het huis dat Olbrich voor zich zelf liet bouwen, die de oorspronkelijke opzet goed weerspiegelen. Daarnaast is er nog het oorspronkelijke ateliergebouw, nu een museum gewijd aan de "Künstlerkolonie", het Ernst-Ludwighaus, Er is ook nog het tentoonstellingsgebouw met daaraanvast de "Hochzeitsturm"die in 1908 werd opgericht ter gelegenheid van het tweede huwelijk van de Groot Hertog, als cadeau van de stad.
Bovendien is er nog de opvallende Russische kapel die werd gebouwd voor bezoekende familie van de Groot Hertog die aan het Russische Tsarenhuis gelieerd was. Ten slotte is er nog een bijzonder landschappelijk element in de vorm van een aangelegde platanentuin waarin allerlei sculpturen zijn opgenomen.